Tol voor Alpentunnels en bergpassen: wat kost dat?

Als je op vakantie gaat richting Zuid-Europa zou je wel eens het idee kunnen krijgen dat men het vel over je oren wil trekken. Vignetten en tolpoorten in overvloed in elk geval. Maar ook al heb je een Zwitsers of Oostenrijks vignet, of betaald bij de Franse péage, dan nóg zijn er trajecten waar je extra moet betalen. Hier zetten we op een rijtje wat de kosten zijn om door de tunnels en over de bergpassen in de Alpen te mogen rijden met caravan of camper.

Eerder kon je al lezen dat de Mont Blanctunnel (overigens meteen ook de duurste van het stel, samen met de Fréjustunnel) van begin september 2024 tot medio december op slot gaat en dat de Brennerpas vanaf januari 2025 ook gerenoveerd gaat worden. Belangrijke noord-zuid-verbindingen waar je als kampeerder linksom of rechtsom toch ooit een keer gebruik van gaat maken. En waar je bovenop je vignet of de péage nog eens extra moet betalen. Maar hoeveel kost dat dan met een caravan achter de auto of met je camper?

Mont Blanctunnel: je betaalt maar liefst €72,80 van Italië naar Frankrijk voor een ‘normale’ camper of een auto met caravan. Opmerkelijk genoeg is de omgekeerde weg €1,20 goedkoper. Een retourtje binnen een week kost €90 of €91,50. Als er meer dan een week tussen de heen- en terugreis zit, moet je gewoon twee enkeltjes betalen.

Fréjustunnel: iets zuidelijker dan die onder de Mont Blanc, maar eveneens een belangrijke verbinding tussen Frankrijk en Italië. Ook hier betaal je bij de Italiaanse tolpoort meer dan bij de Franse en de tarieven zijn exact hetzelfde als die van de Mont Blanctunnel. Met een aanhangwagen of vouwwagen is het tarief overigens €54,10 c.q. €55,00 voor een enkeltje en €67,50 of €68,60 retour.

Grote Sint Bernhardtunnel: oftewel de Gran San Bernardino, van Zwitserland naar de Aosta-vallei in Italië. Bijna 6 kilometer lang en je betaalt €48,50 enkele reis en €77,50 retour. Met of zonder aanhanger of vouwwagen kost het €31,50 en €50,00; de terugreis moet binnen 30 dagen zijn. In Zwitserse franken betaal je dezelfde bedragen.

Munt-la-Scheratunnel: een vrij krappe verbinding van het Zwitserse kanton Graubünden naar het Italiaanse Meer van Livigno en ruim 3,5 kilometer lang. De tunnel is eigendom van een energiemaatschappij die waterkrachtcentrales exploiteert en op gezette tijden kan de tunnel dicht zijn of alleen in één richting open. ‘Kaartjes’ kun je online vooruit kopen en een enkele reis met de caravan of camper kost dan 23 Zwitserse franken (CHF) en retour CHF41,00. Dat is een ‘zomertarief’ geldig van mei tot november.

Gotthardtunnel: misschien wel de bekendste van allemaal en maar liefst 17 kilometer lang, op de route door Zwitserland zuidwaarts richting Italië. En het goede nieuws: helemaal GRATIS. Althans, je hebt natuurlijk wel een snelwegvignet nodig. De Zwitserse overheid heeft onlangs wel een proefballonnetje opgelaten over een apart tarief voor de tunnel.

San Bernardinotunnel: niet te verwarren met de Grote Sint Bernhardtunnel en in tegenstelling tot die naamgenoot is deze Zwitserse onderdoorgang -net als de westelijker gelegen Gotthard- vrij van (extra) tol. Let wel op, want een aardverschuiving heeft in juni 2024 een deel van de A13  weggevaagd, oftewel de toegangsweg tot de San Bernardino.

Arlbergtunnel: vooral bekend bij wintersporters als de tunnel die ‘onder’ het mondaine Oostenrijkse skioord Sankt Anton doorvoert, 14 kilometer lang en overigens wegens werkzaamheden gesloten van 15 april tot 22 november 2024. Je hebt sowieso een snelwegvignet nodig om bij de tunnel te geraken en daar betaal je dan vervolgens €11,50.

Brennerpas: vanaf januari een aantal jaren (deels) dicht en slechts beperkt toegankelijk, maar de Brennerpas blijft een van de bekendste en meest gebruikte verbindingen over de Alpen, van Innsbruck in Oostenrijk richting de regio Zuid-Tirol en uiteindelijk het Gardameer in Italië. Zolang het totaalgewicht van je combinatie onder 3.500kg blijft, kost een enkeltje €11,00.

Tauernautobahn en Katschbergtunnel: ten oosten van de Brennerpas op de A10 in het hart van Oostenrijk. Hier betaal je €13,50 om van noord naar zuid of vice versa te mogen rijden.

Karawankentunnel: op de A11 van het Oostenrijkse Villach naar Slovenië waar de snelweg lokaal voortgaat als de A2. Bijna 8 kilometer lang en het tarief bedraagt €8,20.

Felbertauerntunnel: geen onderdeel van een snelweg, maar voor velen vanuit het Oostenrijke skioord Kitzbühel wel een alternatief voor de Brennerpas, zuidwaarts naar de stad Lienz. Het tarief bedraagt €13,50 voor campers en voor auto’s met caravan of vouwwagen.

Bosrucktunnel en Gleinalmtunnel: onderdeel van hetzelfde traject op de A9 in Oostenrijk met een lengte van respectievelijk 5,5 en 8,3 kilometer. Om door de Bosrucktunnel te mogen rijden moet je €6,50 betalen en de Gleinalmtunnel kost €10,50. Net als bij de andere trajecten in Oostenrijk heb je sowieso ook een snelwegvignet nodig.

Verder zijn er in Oostenrijk nog een behoorlijk aantal bergpassen of ‘Panoramastrassen’ dan wel ‘Hochalpenstrassen’, zoals die op de Grossglockner of Timmelsjoch. Dat zijn geen cruciale doorgaande routes en meer een toeristische attractie, vandaar dat we ze in dit overzicht niet meenemen.