Kamperen in het najaar: 7 tips voor een stedentrip

In de herfstvakantie is een stedentrip een goede aanrader. Meestal gaat dat gepaard met een vliegreis of eigen vervoer en dan in combinatie met een hotel, maar in heel veel grote Europese steden kun je ook op een toplocatie kamperen. Dus neem gewoon je eigen caravan, vouwwagen, camper of tent mee naar Parijs, Londen, Berlijn… Of misschien wel naar Rome. Zelfs middenin Amsterdam kun je op de camping terecht!

1. Parijs: de stad van de liefde! Je hoeft hier helemaal geen duur hotel te boeken voor een paar nachtjes, want zowat IN het centrum van de Franse hoofdstad ligt Camping de Paris. In het Bois de Boulogne en aan de Seine, op fietsafstand van de Eiffeltoren en met een metrostation dichtbij. Op de camping is een restaurant en supermarkt, kortom: een ideale plek voor je stedentrip. En fietsen in Parijs is tegenwoordig trouwens heel goed te doen.
2. Londen: je moet uiteraard wel eerst nog even door de Kanaaltunnel of met de veerboot over. Als je dan eenmaal in Londen bent, kom je ogen, oren en vooral ook tijd tekort. Er is zóveel te zien en doen, voor jong en oud. Onze tip is camping Abbey Wood, met een metrostation op loopafstand en van daaruit sta je binnen een half uur naast de Big Ben.
3. Berlijn: aan de rand van de stad vind je viersterrencamping Am Mahlower See, heel rustig gelegen op het platteland net buiten alle drukte. Deze camping is van alle gemakken voorzien, met mooi sanitair en heeft een bushalte pal voor de deur. Met de bus kun je vervolgens naar het treinstation en dan duurt de rit naar hartje Berlijn nog een half uurtje.
4. Rome: het is een flinke rit, maar in de Italiaanse hoofdstad zul je je geen moment vervelen. Iets ten noorden van het centrum ligt de luxe Flaminio Village Camping en vanaf daar kun je langs de Tiber 10 kilometer linea recta naar het Sint Pietersplein fietsen! De camping heeft ook z’n eigen bushalte en de lokale trein stopt praktisch aan de overkant van de straat.
   
5. Kopenhagen: voor een paar dagen in de Deense hoofdstad zit je goed op DCU-Camping Kobenhavn-Absalon, op zo’n 9 kilometer van het stadscentrum. Goed te doen met de fiets, en als je de lokale trein of metro wil nemen, dan vind je het station op slechts 10 minuutjes lopen. Gaat de hond mee naar Denemarken, dan is er voor de viervoeter een groot speelterrein.
6. Brussel: ook voor een paar dagen Manneken Pis, Atomium, wafels, frieten en speciaalbieren hoef je echt geen hotel te boeken. Net buiten Brussel vind je Camping Grimbergen (over speciaalbier gesproken!) met een bushalte voor de deur, maar je kunt hier vandaan ook prima met de fiets de stad in. Rondom de camping is ook nog eens prima wandelen.
7. Amsterdam: last but not least, ons eigen Mokum. Je zou het wellicht niet verwachten, maar op een steenworp van de Dam en de Wallen kun je prima kamperen! Camping Vliegenbos ligt in het groen, middenin een woonwijk in Noord. De kampeerplaatsen zijn niet groot bemeten, maar je stapt vanaf hier zó op de fiets richting het IJ om daar met het gratis pontje bij het Centraal Station weer af te stappen. Of je loopt naar het station van de Noord-Zuidlijn en gaat met de metro richting centrum. De camping heeft een restaurantje en je kunt er broodjes krijgen.