Bij de integraalcamper vormt de cabine een ‘integraal’ onderdeel van de opbouw. Die is dus net zo breed als het woongedeelte en daarmee een stuk rianter uitgevoerd dan die van z’n halfintegraal broertjes. Opvallend is ook enorme voorruit: je geniet dus optimaal van het uitzicht.
Wintervast
De ‘koningsklasse’ onder de kampeerauto’s is de integraalcamper. Doordat cabine en woongedeelte met elkaar zijn geïntegreerd, heb je ook overal dezelfde isolatiewaarden. Ten opzichte van de halfintegraal is dat met name in koudere perioden heel comfortabel. In combinatie met een dubbele bodem wordt zo’n integraal dus gegarandeerd wintervast: drinkwatertank en de vuilwatertank zijn veilig weggewerkt en ook de vloer voelt comfortabel aan. Zeker als je vloerverwarming aanvinkt in de optielijst.
Bed-varianten
Net als bij halfintegraal campers kun je bij de integraal kiezen uit vier bedvarianten in de achterkant van de camper. In de breedte, tegen een van de zijwanden, een queensbed in het midden of twee enkele bedden met een loopgedeelte ertussen: ideaal tijdens tropische nachten in Toscane. En met een handig vulstuk maak je er zo een knuffelparadijs van. Optioneel is het hefbed aan de voorzijde van de camper. Handig voor logés.
Voor wie
Met het optionele hefbed zijn integraalcampers geschikt voor vier personen. De meeste integraals worden aangeschaft door actieve vijftigers die Europa in eigen tempo willen verkennen. De bagagemogelijkheden zijn enorm: achter de vele bergluiken aan de buitenkant kun je veel spullen kwijt en datzelfde geldt voor de talloze kastjes binnen. Achterin is meestal een ‘garage’ te vinden met aan weerszijden van de camper grote luiken. Hierin kun je twee (elektrische) fietsen kwijt. Er zijn ook integraalcampers in XXL-formaat: dat worden ‘liners’ genoemd.
Merken campers